Nederlanders worden steeds ouder en daardoor nemen de pensioenkosten toe. Bovendien is het huidige stelsel gevoelig voor schommelingen op de financiële markten. Daarom gaat de AOW-leeftijd omhoog en past de overheid de regels voor pensioenfondsen en pensioenopbouw aan.
Verslechtering pensioenfondsen
De financiële positie van pensioenfondsen is de afgelopen tijd zo verslechterd dat ook een nieuw pensioenstelsel de verlaging van miljoenen pensioenen waarschijnlijk niet kan voorkomen. Het kabinet, de vakbeweging en werkgevers hoopten die zorgen juist weg te nemen met afspraken over een nieuw stelsel.
Als de grote pensioenfondsen later deze week hun kwartaalcijfers presenteren, zal blijken dat de dekkingsgraad, die aangeeft of er genoeg geld is om alle pensioenen te financieren, is gedaald. Weliswaar stegen de beurskoersen na een dip in december 2018, maar dat werd teniet gedaan door de rente die dit voorjaar wegzakte. Die dekkingsgraad geldt voor de pensioenfondsen voor de metaalindustrie en de metaalnijverheid, PME en PMT, het ambtenarenfonds ABP en het fonds voor de zorg, PFZW. Het vijfde grote pensioenfonds, SFB voor de bouw, staat er iets beter voor omdat het pensioenfonds het zogenoemde renterisico grotendeels heeft afgedekt. Dit bevestigen ingewijden bij de fondsen.
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds maakt zich zorgen
Het ABP maakt zich zorgen. Als gevolg van de aanhoudend lage stand van de rente voorzien de pensioenfondsen ABP en PGGM na 2020 te zullen moeten korten op de pensioenen.
Eind dit jaar moeten de fondsen hun financiële positie vaststellen op basis van de gemiddelde dekkingsgraad in 2019. De vooruitzichten zijn somber omdat geen renteverhoging door de Europese Centrale Bank wordt verwacht. De metaalfondsen dreigen begin 2020 de pensioenen te moeten verlagen als de gemiddelde dekking dit jaar onvoldoende is. Bij het ABP en PGGM is dat begin 2021 aan de orde. In totaal dreigt voor zo’n 10 miljoen werkenden en gepensioneerden verlaging van hun pensioen.
Plannen minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Het is wel duidelijk dat er veel zorgen zijn rondom het pensioenbeleid. Nu is het aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om hier iets aan te doen. Hij gaat komende maanden werken aan een nieuw pensioenstelsel. Dit plan moet persoonlijker zijn en passen bij de moderne arbeidsmarkt. Samenvattend gaat hij zich bezighouden met de volgende punten:
Het kabinet laat onderzoek doen naar wat een verstandige koppeling is tussen de levensverwachting en de AOW-leeftijd als de levensverwachting op de lange termijn verder doorstijgt
Nu is de afspraak dat als de levensverwachting een jaar stijgt, de AOW-leeftijd ook een jaar stijgt. Het Centraal Plan Bureau en het RIVM zijn gevraagd om varianten en alternatieven uit te werken.
Het kabinet komt met voorstellen om in de toekomst pensioendeelnemers meer keuzemogelijkheden te bieden
Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een groener pensioen of maximaal tien procent van hun pensioen ineens opnemen. Bijvoorbeeld voor aflossing van de hypotheek of het verduurzamen van het eigen huis. Er komt een voorstel om het stelsel persoonlijker te maken en meer keuze te bieden.
Minister Koolmees wil ook zorgen dat meer werknemers pensioen gaan opbouwen
Bepaalde sectoren kennen namelijk geen gezamenlijk pensioenfonds. Ook moeten ZZP’ers vrijwillig aanvullend pensioen kunnen opbouwen.
Sterke elementen van het pensioenstelsel blijven bestaan, zoals verplichte pensioenopbouw, collectieve uitvoering en risicodeling, fiscale ondersteuning en voldoende ruimte voor nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen.